10 procent talent, 90 procent keihard werk. Plezier in dansen is ook in de wedstrijdsport onmisbaar, maar zonder wil en discipline om je door de training heen te zetten, gaat het niet. Zodra je dit accepteert, staat niets succes meer in de weg: beter worden, jezelf meten met anderen en misschien zelfs winnen.
Veel mensen gebruiken deze termen alsof ze hetzelfde betekenen, maar dat klopt niet.
Techniek is een belangrijk onderdeel, maar wedstrijdtraining omvat veel meer: alle aspecten die dansparen optimaal voorbereiden op wedstrijden. Binnen en buiten de les. Het is dus geen les die stopt zodra het uur voorbij is.
De trainer richt zich op de individuele ontwikkeling met thema’s als planning, conditie, coördinatie, sportpsychologie of sportgeneeskunde. Ook sociale vaardigheden, vrij trainen, voeding en praktische zaken als reglementen, kleding en voorbereiding komen aan bod. Daarbij wordt een plan opgesteld dat aansluit bij het niveau en de doelen van de groep. De trainer motiveert dansparen om zichzelf uit te dagen en hun potentieel te benutten.
De wekelijkse les biedt inspiratie en handvatten, maar wedstrijdvoorbereiding vraagt vooral zelfstandigheid. Dat betekent dat je zelf de stof uitwerkt die je tijdens de les of privéles hebt geleerd (bijv. techniek, coördinatie, kracht of conditie).
Vuistregel: drie uur zelfstandig trainen voor ieder uur les.
Trainers ondersteunen je, maar de verantwoordelijkheid ligt bij jou: jij moet bepalen wat voor jou de meeste meerwaarde heeft en je vrije training plannen en invullen.
Wedstrijden zijn niet voor iedereen, en dat is prima. Samen kunnen we naar andere doelen toewerken. Belangrijk is je inzet: de wedstrijdtraining vraagt tempo, discipline en commitment. Denk daarom goed na of je dit traject echt wilt aangaan.